Vermijd elke inspanning, wees zo lui mogelijk. Probeer problemen die zich voordoen voor eens, altijd en overal op te lossen. Natuurlijk worden daarbij fouten gemaakt, maar als die fouten worden gebruikt om de oplossing (het ‘product’) steeds weer te verbeteren wordt het ooit rustig.
Gebruik geen vakjargon, gebruik liever taal die ook ‘de bakker op de hoek’ kan begrijpen. Wees eenvoudig, zowel in taalgebruik als in het ontwerp van de oplossing. Eenvoudige dingen gaan veel minder vaak mis dan ingewikkelde dingen.
Volg een standaard aanpak, creëer zo mogelijk nieuwe dingen op dezelfde standaard manier. Dan is de kans ook groter dat met de standaard bouwstenen heel eenvoudig een complexere bouwsteen kan worden gebouwd.